Disclaimer

De meningen ge-uit door medewerkers en studenten van de TU Delft en de commentaren die zijn gegeven reflecteren niet perse de mening(en) van de TU Delft. De TU Delft is dan ook niet verantwoordelijk voor de inhoud van hetgeen op de TU Delft weblogs zichtbaar is. Wel vindt de TU Delft het belangrijk - en ook waarde toevoegend - dat medewerkers en studenten op deze, door de TU Delft gefaciliteerde, omgeving hun mening kunnen geven.

Posted in 2009

Eerste keer toetsen met de Respondus Lock Down Browser in Bb

Deze week is op IO voor het eerst een toets afgenomen met gebruik van de Lock Down Browser die sinds de zomer geinstalleerd staat op Blackboard. In een tijdsbestek van 4 uur moesten 400 studenten de toets maken. Plaats van handeling was Zebrazaal 1 t/m 4 op de begane grond.

De Toetsopzet

De toets bestond uit 10 multiple choice vragen. Deze vragen werden door het gebruik van een ‘random block’ per student getrokken uit een vragenpool van 15 vragen. De vragen werden bovendien in volgorde gerandomiseerd. De toets mocht maar 1 keer door de student gemaakt worden. De toets moest binnen een uur na de start zijn afgerond. Na afronding van de toets kregen de studenten meteen hun score te zien.

De Voorbereiding

In de voorbereiding op het tentamen bleek de browser nog niet geinstalleerd op de pc’s in de zalen, maar een mailtje aan mijn collega’s van WPS loste dit probleem al snel op. Na een eerste test in de zaal kon ik met de docent aan de slag om het tentamen op de juiste manier in Blackboard aan te maken.

De Afname

De afname was verdeeld over vier naast elkaar gelegen zalen. Per zaal van ongeveer 25 studenten werd klassikaal de opstartprocedure medegedeeld. In de eerste zaal hadden 3 studenten problemen, die voor een deel terug te leiden waren naar problemen met hun studentenaccount.
In de tweede zaal werd ongeveer de helft van de studenten geconfronteerd met een runtime error. Wanneer bij de vraag om te ‘debuggen’ op ‘yes’ werd gedrukt, liep de software vast: De lock down browser voorkwam namelijk dat de ‘debugging’ applicatie werd opgestart. Vervelende bijkomstigheid was dat er wel een toetspoging in Bb werd geregistreerd. De docent moest vervolgens eerst de poging uit het gradecenter verwijderen, waarna de toets probleemloos kon worden gestart.
De start van de tweede sessie met 100 studenten verliep beter. Er was inmiddels een korte handleiding voor het starten beschikbaar en de studenten waren erop gewezen, dat zij bij de melding van een runtime error op ‘NO’ moesten drukken.

Een enkele student kreeg bij elke ‘submit’ bij een vraag een runtime error. Deze kon steeds worden weggeklikt en had verder geen gevolgen voor de afname en de registratie van de antwoorden.

Een drietal studenten kon tijdens de toets ineens niet meer verder (1 student al na de eerste vraag, een andere student na vraag 5). Deze poging moest worden verwijderd en de studenten moesten (na een reset van de poging) opnieuw starten met de toets.

Een student probeerde de toets zonder de lock down browser op te starten, maar kwam niet in de toets. En een student probeerde de verkeerde toets te starten. Door de wachtwoord setting op de toets werd dit voorkomen.

De Leerpunten

  • Maak een handleiding voor de studenten, waarin staat aangegeven hoe de toets moet worden opgestart binnen de lock down browser. 
  • Maak in de Bb directory maar 1 toets beschikbaar om verwarring bij studenten te voorkomen.
  • Het is niet handig om slechts 1 poging toe te staan te maken bij een toets. Als er iets mis gaat in de toets, moet vervolgens eerst die poging uit het GradeCenter worden verwijderd, voordat de student verder kan. Bovendien blijven de antwoorden die al gegeven zijn bewaard en kan met de student afgesproken worden dat hij of zij in de 2e poging verder gaat met de vragen die hij nog niet gehad heeft.
  • Het randomiseren van de volgorde van vragen (in te stellen bij de testoptions in Bb) is niet handig als men door omstandigheden een tweede poging moet doen. Je kunt dan niet met de student afspreken om in de tweede poging verder te gaan waar hij of zij gebleven is.

Conclusie

De docent was enthousiast hoe de toetsmodule in Bb hem in staat stelt om de vragen op een later moment eenvoudig te kunnen hergebruiken. De afscherming van de toets was eenvoudig te regelen en werkte prima.

Handboek Digiborden

Op de blog van ICT-in-het-onderwijs vond ik een verwijzing naar een onlangs verschenen handboek digiborden. De recensie van Tessa Zadelhoff geeft een goed beeld van de inhoud.

Meubilair tentamenzaal

Een van de onderwerpen die binnen het project ‘digitaal toetsen campusbreed’ aan de orde komt is de wens voor een grote tentamenruimte waarin grote groepen studenten (200-300) studenten tegelijkertijd een digitale toets af kunnen nemen.

In het project zullen we een onderzoek doen naar de haalbaarheid van een dergelijke ruimte. Een probleem bij digitaal toetsen is vaak dat de capaciteit van de zaal aanzienlijk afneemt op het moment dat er computers in moeten worden geplaatst. Dbeeldschermen staan rechtop, dus moet een ruimere afstand tussen de tafelrijen worden gehouden.

Op de site van M2Desk vond ik een tafel met ingebouwd beeldscherm. Dit beeldscherm kan in een ‘toets-stand’ gezet worden. De tafels kunnen dan wellicht weer dichter bijelkaar. Als ook het draadloos netwerk een dergelijke bezetting in een ruimte aan kan, is het misschien een mogelijkheid.

Plattegrond IO-gebouw

In het IO gebouw is het vaak lastig om een zaal of vergaderruimte te vinden. Veel zalen hebben geen codering op basis waarvan je een inschatting kan maken in welke vleugel deze zich bevindt. Hooguit is de zaal aan een letter gekoppeld, zoals Zaal U, De Wim Crouwel zaal, of zaal S, De Bernd van Schierbeek zaal. Maar dan nog tast je in het duister omtrent de locatie.

Een aantal maal heb ik dan ook het servicepunt moeten vragen waar de zaal daadwerkelijk is. Het servicepunt heeft namelijk voor alle zalen een routebeschrijving in de trant van: links de trap op, rechts en derde deur links. Die ze keurig voor kunnen lezen aan zoekenden, maar onlangs kreeg ik een gouden tip van een collega:

Op de website van IO kan je een plattegrond bekijken! Jammer dat het Servicepunt die tip niet geeft.

Screencast tools

Vanmorgen vond ik onder mijn feeds van Wilfred Rubens een korte verwijzing naar een blog van Tom Kuhlmann van rapid E-learning. In de post stond een verwijzing naar een leuk en simpel screencast tool, Screenr. Met behulp van deze tool kan je in een handomdraai een screencast maken die je meteen kunt twitteren, publiceren op Youtube, etc. Inmiddels heeft Tom ook een handleiding met tips en tricks voor het maken van goede screencasts .

Zelf had ik vorige week Jing gedownload, omdat ik binnenkort aan de slag wil met screencasts voor Maple TA. Jing is iets uitgebreider, omdat je hiermee ook screenshots kan uitknippen. Dat is dan weer erg handig voor geschreven handleidingen.

E-readers zijn ‘hot’

Ook de E-readers kwamen aanbod tijdens deze Spring School. Het LUMC heeft een pilot gedaan waarin is onderzocht of een dictaat in pdf-formaat op een E-reader het studeren voor een tentamen ondersteunt. De studenten bleken erg gecharmeerd van het handzame formaat van de te bestuderen dictaten, hetgeen het ‘mobiel leren’ (leren op een andere plek dan in de bibliotheek of studeerkamer) wel ten goede kwam. Nadeel bleek echter dat het bladeren door het dictaat, wat tijdens het studeren veelvuldig wordt gedaan, teveel tijd kostte. Overigens, met het uitkomen van de nieuwe Kindle DX, is de discussie rondom E-readers weer helemaal aan het oplaaien, zie de blog (en verdere verwijzingen) van Pierre Gorissen.

Twitter, twitter en nog meer twitter

Het valt me op dat er de laatste tijd veel geblogd wordt over het nut van twitter. Verstokte twitteraars doen hun best om verantwoording af te leggen waarom ze twitteren.

In de nieuwsbrief van Stoas vond ik een leuk filmpje over het gebruik van twitter tijdens de les. Twitter in gebruik als backchannel. Ik vond het wel de moeite waard[youtube]6WPVWDkF7U8[/youtube]

To have or not to have – that’s the question

Gevaar bij zo’n spring school is dat je wel erg ‘hebberig’ wordt. Er worden allerlei leuke apparaten gebruikt of besproken die je vervolgens ook wilt hebben, of je bent komt erachter dat het apparaat dat jij hebt nu net niet kan communiceren met de applicatie die wordt getoond.

Zo gebruikt Gamesatelier (De Waag) als mobiel device een Nokia N95, maar kon niet helemaal garanderen dat de applicatie ook op de E90 van mij zou kunnen draaien. En MScape (freeware) draait alleen onder Windows mobiel. Zit ik dus net weer verkeerd in een Nokia oriented thuisfront (overigens met Nokia N95 in de buurt). Want Gamesatelier is helaas niet gratis.

Het feit dat de mobiele applicaties voor location based learning nog niet met alle platforms of telefoons gebruikt kunnen worden is toch wel erg jammer. Ik had het graag eens prive uit willen proberen voor een kinderfeestje. Het lijkt me wel lollig om op de uitnodiging te vermelden dat je een mobieltje met GPS mee moet nemen. Maar als vervolgens dat mobieltje ook nog aan allerlei specificaties moet voldoen, wordt het toch iets minder…

Verder heb ik nu eindelijk eens kennisgemaakt met de ‘flip’ (en mee gewerkt). Het is een eenvoudig te bedienen videocamera met een USB stick om m rechtstreeks aan je pc of laptop te koppelen. Beeldkwaliteit moet ik nog even terugkijken. Maar ik vraag me af of dit toegevoegde waarde heeft tov de videobeelden die ik met mijn mobiel kan maken. Die  discussie kwam ook aan bod: Moet je nu 1 apparaat voor alles hebben of blijven er altijd aparte apparaten.  Het voordeel van alles in 1 is natuurlijk dat je dan altijd alles bij je hebt (of niet natuurlijk),  maar
zodra je batterij leeg is, is het uit met alle pret.  (leerpuntje van mijn heenreis).

 

Spring School Mobiel Leren – mei 2009

Onderweg naar spring school in Heerlen heb ik voor het eerst mobiel internet via mijn telefoon op de laptop uitgeprobeerd. Op weg naar zo’n evenement is het natuurlijk wel zaak om de theorie in praktijk te brengen, zodat je enigszins beslagen ten ijs komt. Helaas bleek dit erg veel energie te kosten (internet en blue tooth tegelijkertijd), dus was mijn mobiel vrij snel leeg. Dus was het voor Eindhoven al uit met de pret, hmmm jammer dan maar offline verder. Waarna ik me realiseerde dat ik mijn oplader was vergeten, hmmm niet slim.

Gelukkig bleek Nokia volop vertegenwoordigd bij mijn mede’cursisten’, dus had ik al snel iemand gevonden met de juiste oplader (en natuurlijk de bereidwilligheid om m uit te lenen). Oeff. Er was ons immers op het hart gedrukt dat we de eigen mobiel en laptop mee moesten nemen. Achteraf viel het wel mee, want voor de workshop op donderdagmiddag kregen we een Nokia N95 te leen. Bij de ‘voting’ demo’s kregen we ook de PDA’s en stemkastjes uitgereikt.

Nu op de terugweg had ik ervoor gezorgd dat de batterij vol was en in de gaten houden wat echt online moest gebeuren en wat ook offline kon: Even mail ophalen en offline verwerken. In het weekend zou de TU niet bereikbaar zijn (mail en netwerk) dus het was zaak om alles tijdig te synchroniseren om wat werk voor maandag te kunnen afronden.

Het gevaar van mobiel werken is voor mij inmiddels ook duidelijk: Voor je het weet heb je je aansluiting gemist. Ik kon in Eindhoven gelukkig nog net op tijd uit de trein springen, zodat ik niet via Utrecht en Den Haag naar Delft hoefde. Helaas kon ik de trein aan de overzijde van het perron niet meer halen. de deuren waren al dicht. Dan maar offline een patatje halen.

QR code op laptop poster

Vandaag een klein testje gedaan met een QR code, waar ik eerder al over blogde (CWIS bijeenkomst)

Ik zit erover te denken om voor het laptopproject een poster te laten ontwerpen met daarop een QR code voor de URL van de website met meer informatie. Om een dergelijke code te kunnen maken heb ik de code generator van Beetagg gebruikt. Op de site heb je de mogelijkheid om 3 verschillende codes te genereren: Beetagg, QR code of Datamatrix.

Om de code te kunnen scannen moest ik eerst een reader (de multicode reader) installeren op mijn telefoon. Dat kan door op je mobiel de URL: http://get.beetagg.com te gaan. Mijn telefoon werd direct herkend, waardoor ik met 1 druk op de knop de juiste reader kon downloaden.

Je scant de code door de Beetagg reader te openen op je mobiel, je richt je telefoon op de code en zodra deze de code herkent, opent hij de website waar de QR code mee verbonden is.

Op deze simpele manier kan je verwijzen naar meer informatie op een website. Het mooiste zou natuurlijk nog zijn als we de website van het laptopproject ook in een mobiele versie kunnen uitvoeren. (ik ben bang dat dat nou net niet zo simpel is als het genereren en scannen van zo’n barcode)…  

© 2011 TU Delft