Disclaimer

De meningen ge-uit door medewerkers en studenten van de TU Delft en de commentaren die zijn gegeven reflecteren niet perse de mening(en) van de TU Delft. De TU Delft is dan ook niet verantwoordelijk voor de inhoud van hetgeen op de TU Delft weblogs zichtbaar is. Wel vindt de TU Delft het belangrijk - en ook waarde toevoegend - dat medewerkers en studenten op deze, door de TU Delft gefaciliteerde, omgeving hun mening kunnen geven.

Meta 's blog over ICT in onderwijs en meer

Wat houdt mij bezig op de TU

CWIS-NL Mobiel leren: persoonlijke ervaringen

Het bezoek aan CWIS-NL bleek voor mij een dag vol nieuwigheden te worden (voor alles is een eerste keer en vandaag een startpunt voor meerdere nieuwe dingen).

Het NS e-kaartje (sorry, ik mag het woord tikket niet gebruiken) 

Allereerst hoorde ik de avond van tevoren dat NS was gestart met de verkoop van treinkaartjes online. Omdat ik toch nog achter de laptop zat, wilde ik dat (net voor het slapengaan) even uitproberen. Op de startpagina stond een grote banner voor de e-tikkets, dus dat was snel gevonden. Overigens begreep ik uit een post van Pierre Gorissen, dat er geen directe link is vanuit het scherm waar je je reisschema bekijkt. Gemiste kans, ben ik met Pierre eens.
Betalen gaat per i-deal. Alleen jammer dat je vervolgens een kwartier op je bevestiging moet wachten, die je vervolgens ook nog moet uitprinten. (een beetje onhanteerbaar formaat voor in mijn portemonnaie, maar ‘gelukkig’ voorzien van vouwinstructie). Check vooral eerst of je printer goed werkt (bij mij bleek de toner op!!).
Ik ben waarachtig op de terugweg gecontroleerd, keurig mijn rijbewijs erbij gehouden. Waar de conducteur nu precies op gecontroleerd heeft is mij onduidelijk: de QR-code werd niet gescand en ik hoefde niet eens mijn A4 uit te vouwen, zodat zichtbaar werd voor welke route ik eigenlijk betaald had?!

Twitter while you watch

Sinds de start van mijn twitter-account (net voor de kerst) was ik nog niet naar een seminar geweest. Dus vandaag was mijn twitter-while-you-watch-debuut. Er werd netjes gecommuniceerd met welke hashtag (oeps, nieuw begrip..) getwitterd werd – #cwis09. Dus die meldde ik keurig in mijn twits. De twits van Moqub en mezelf kwamen mooi in mijn home twits, maar wie er verder nog twitterde? geen idee..Pa na 2 presentaties had ik door hoe ik ook de twits van de andere aanwezigen kon zien (gewoon een twit-search op de hashtag, AHUM).

Toen kwam het volgende probleem. Mijn eigen twits bleken niet in het search overzicht terecht te komen, hmmm. In de pauzes Moqub nog om raad gevraagd, maar we kwamen er niet uit. Na een akkefietje met mijn laptop-alarm (ik schopte per ongeluk mijn voeding uit mijn laptop, jee wat een herrie…) kon gbierens mijn twits ook eindelijk volgen (omdat hij eindelijk wist wie er voor hem zat te twitteren en een request to follow kon indienen). Pas de volgende ochtend ben ik achter de oplossing gekomen: mijn twits stonden nog op ‘private’. Helaas is dit niet met terugwerkende kracht te corrigeren. (mobiel) Leerpuntje dus..

Eduroam

Joepie, Eduroam werkte zonder problemen op de locatie van Surf. Kon dus nog even tussendoor wat mail doornemen. (was voor mij de eerste keer – in Twente kreeg ik geen contact laatst)

Mobiele enquete

Die hebben we eigenlijk gemist. Ter afsluitsing werd plenair om reacties gevraagd. Gemiste kans..

Mobiel msn

Helemaal geinspireerd door de presentaties van de dag, besloot ik in de trein terug te kijken of ik ook mobiel nog verder kon twitteren. Maar helaas gaf mijn Communicator aan dat ik een ‘forbidden’ action (oid) deed door in te loggen op twitter. Hmm jammer. Dan maar kijken of ik msn aan de praat krijg.
Gelukkig bleek collega Martijn op zijn vrije dag online, dus kon ik het goed testen. Volgens Martijn gingen de posts lekker vlot. Het is alleen een beetje gepriegel op een klein toetsenbord. Maar het was best gezellig om op deze manier Martijn mee te laten reizen van Utrecht naar Voorburg (met life verslag van de overstap in Gouda). En dat op een manier (in stilte) dat mijn mede reizigers niet mee hoefden te genieten van mijn gesprek en ongestoord door konden puzzelen.

Kortom een leuke en (mobiel) leerzame  dag!!

CWIS-NL: Mobiel Leren: Schrijven voor mobiele media

Gisteren naar de bijeenkomst van CWIS-NL geweest over Mobiel leren. CWIS-NL staat voor Campus Wide Information Systems in Nederland. Het onderwerp was blijkbaar erg actueel, want de grote vergaderzaal zat vol.

Ik zal per onderwerp een stukje bloggen.

De dag werd ‘afgetrapt’ door Toine Kamphuis. Hij schetste de voorwaarden voor het schrijven voor mobiele media. De teksten moeten snel te scannen zijn voor de bezoeker en moeten daarom voldoen aan de volgende voorwaarden:

  1. kort en bondig formuleren (nog korter dan voor websites). Beeld is ondergeschikt aan tekst.
  2. Maak gebruik van inversestructuur (eerst de conclusie, daarna de toelichting en nuance (de tekst moet oprolbaar zijn)
  3. Maak veel gebruik van witruimte en stijlinrichting, waardoor tekst snel te scannen is
  4. maak gebruik van metacommunicatie (na de ‘boodschap’ vertel iets over de status van het stuk of wat de lezer verder kan verwachten: in de trent van: ‘een 1e ooggetuige verslag van .. ieder kwartier een update..’.

Op dit moment is de mobiele eindgebruiker vooral geinteresseerd in het volgen van de actualiteit, social networking (hyves, linked in) location based pull-communicatie.

Belangrijke knelpunten op dit moment zijn:

  • Mobiele inhoud is nu nog teveel gebaseerd op zenderdoelen (push communicatie)
  • Te vaak wordt de tekst niet aangepast aan de bovengenoemde voorwaarden (webteksten worden integraal overgenomen). Aangezien de mobiele schermen zeer klein zijn, leidt dit tot veel scrollen. De bezoeker haakt dan snel af, omdat het te traag wordt.
  • Inhoudsdeskundigen zijn huiverig voor het gebruik van de inverse structuur, omdat in hun ogen de nuance dan snel verdwijnt. Men scant alleen ‘de koppen’.
  • De attentiespanne bij mobiele media ligt extreem laag (nl ong 5 seconden) daarom is de metacommunicatie zo belangrijk. Daarin leest de bezoeker wat hij kan verwachten als hij doorklikt op het artikel.
  • De techniek is nog erg bepalend voor de wijze waarop mobiele communicatie plaatsvindt. Vooral de schermgrootte (en de variatie in schermgrootten tussen de verschillende devices) maakt het erg lastig om een goede lay-out te kunnen creeren die op alle devices goed overkomt. 240×320, 128×128/160, 176×208/220 zijn veelgebruikte resoluties bij mobiele telefoons

Omdat de inrichting van mobiele media een kostbare zaak is, achtte Toine het niet haalbaar en noodzakelijk dat alle onderwijsinstellingen meteen over moeten gaan om hun sites mobiel aan te bieden. Op dit moment is dit vooral van belang voor actualiteiten en marketingdoeleinden. Kortom het moet een duidelijke meerwaarde hebben in de mediamix, anders kan je best nog ff wachten..

E-toetsing

In het kader van mijn project over digitaal toetsen (mbv QuestionMark Perception, QMP) werd ik door een docent van Lucht en Ruimtevaart en een collega onderwijskundige, getipt over PH Grade Assist. Dit is een ‘homework assessment System’ (toetssysteem inclusief itembank) over verschillende onderwerpen, zoals: Scheikunde, Natuurkunde , Engineering, wiskunde, statistiek en accounting. Bij aankoop van het textboek, krijgt de student een inlogcode voor het huiswerksysteem.

De itembank behorend bij het textboek bestaat uit multimediale vragen en het heeft vraagtypen waarnaar we op de TU juist op zoek zijn. De docent hoeft bij het opgeven van het huiswerk alleen maar een selectie te maken van de beschikbare vragen (gebundeld per hoofdstuk/onderwerp) en de settings (beschikbaarheid, max aantal pogingen, etc.) in te stellen. Op de ‘class homepage’ krijgen de studenten het huiswerk te zien, klikken op de link en kunnen de opgaven gaan maken. De docent krijgt een mooie rapportage van de vorderingen van zijn studenten.

Hoewel het mogelijk is om eigen vragen toe te voegen aan het systeem, lijkt dit niet de meest gebruikersvriendelijke functionaliteit. (tenminste zover ik kan beoordelen vanuit de handleiding).

Omdat dit systeem heel erg leek op hetgeen ik op de EWI-ICTO markt was tegengekomen. Heb ik mijn blogpost hierover nog even nagezocht. Het ging daar om Mastering Physics, een textbook en huiswerksysteem van Pearson. Nu blijkt dat Prentice Hall (de PH van PH Grade Assist) en Pearson aan elkaar gelieerd zijn. Ergo de toetsapplicatie is waarschijnlijk dezelfde. Het is alleen niet terug te vinden welke applicatie dit nu is. Mijn collega gaf aan dat de leverencier Brownstone zou zijn, maar googlen op deze term leverde in eerste instantie weinig op. Een link naar Wimba en naar Design Science (de ontwikkelaar van MathType en Brownstone Equation Editor). Echter bij het schrijven van deze blogpost (en het vinden van de juiste links) stuitte ik op een interessant nieuwsartikel van de Wimba website: Horizon Wimba acquires Brownstone Research Group.

Hierin staat vermeld dat Brownstone 2 producten verkoopt aan onderwijsinstellingen en 4 producten aan uitgevers:

Brownstone sells two products directly to education institutions:
· Diploma Campus: A desktop application that allows for question authoring to be delivered via course management systems (CMS). Diploma Campus is test-generation software that allows instructors to create tests, write and edit questions, and create study sessions for students. Tests can be printed in a wide range of formats or administered to students online via CMS.

· EDU Campus: A web-based software application for creating automatically-graded homework and tests. EDU Campus allows faculty to easily create questions and tests or to import content from their own question banks in order to deliver online assignments of all sorts (homework, online exams, tutorials and practice, etc.).

Brownstone sells four other products directly to publishers:
· Diploma: A desktop, test-generation software. Instructors can create tests, write and edit questions, and create study sessions for students. Tests can be printed in a wide range of formats or administered to students online.

· EDU: A web-based online homework management center. Typically privately labeled by publishers, EDU eases the development, publishing, and delivery of self-scoring, highly-configurable, low- and high-stakes assignments. EDU puts more value in end-of-chapter problem sets, thereby enhancing academic productivity.

· TheTestingCenter: A secure, online testing environment used with Diploma, allows students to take graded exams anytime, anywhere.

· Tutor: Enables students to create practice exams on their own. Tutor even gives students feedback to why they answered questions incorrectly.

Dit nieuwbericht is uit april 2006. Als ik vervolgens bij het huidige productaanbod van Wimba kijk, vind ik alleen Diploma nog terug. Wanneer ik vervolgens in een handleiding van deze applicatie kijk, vind ik nu net niet de vraagtypen terug die PH Grade Assist zo mooi toont. Toch nog verder graven hoe dit zit….

Traditioneel beoordelen remt onderwijsvernieuwing?

In ‘het onderwijsblad’, dat ik heb meegenomen van de NOT 2009, las ik dat zowel Slash 21 als Discoveri, belangrijke innovatieve scholen in het voortgezet onderwijs, voortijdig zijn gestopt. Als belangrijkste reden geven zij aan dat zij nog te veel werden ‘afgerekend’ langs de traditionele meetlat. Er mocht ‘geexperimenteerd’ worden, maar dan wel binnen de vaste kaders. Nu heb ik tijdens mijn studie Opleidingskunde geleerd dat het veranderen van 1 aspect (bijvoorbeeld inhoud) vaak niet leidt tot succes. Ook zaken als de wijze van organiseren en beoordelen dient te worden aangepast (een integrale aanpak).  

De blogpost van Wilfred Rubens van vandaag met de titel ‘Alleen veelomvattende onderwijsveranderingen hebben succes’ onderschrijft deze mening.

Slash 21 is opgegaan in haar ‘moederschool’ Marianum, waarbij een poging is gedaan om zoveel mogelijk van de goede dingen uit Slash 21 te integreren in Marianum. Daarnaast worden practices gedeeld in het ‘platform Eigentijds Onderwijs’. Het lijkt erop dat niet de weg van de revolutie, maar de weg van de evolutie geldt binnen het onderwijs. Then again, wie is daar nu nog verbaasd over.

ICTO markt bij EWI

Afgelopen donderdag was er een ICTO markt bij de faculteit EWI. De opkomst van bezoekers viel mij wat tegen, maar de gepresenteerde ICTO activiteiten waren er niet minder interessant om. Met mijn speerpunt ‘digitaal toetsen’ bezocht ik natuurlijk eerst de standjes met toetsprogramma’s: Mumie, Mathematica en Mastering Physics. Al deze toetsprogramma’s worden ingezet als formatieve toets voor de studenten. Er is over het algemeen geen cijfer aan verbonden. Soms alleen een bonusregeling, wanneer aantoonbaar is geoefend tijdens de collegeperiode.

Mumie (www.mumie.net)
Mumie is online wiskunde onderwijs platform. Het is ontwikkeld aan de universiteit van Berlijn sinds 2000. Sinds enige tijd is het als open source beschikbaar en heeft een actieve ontwikkel en gebruikerscommunity (zoals in de folder is te lezen). Het biedt theorie over de verschillende wiskunde onderwerpen, met bijbehorende oefenvragen. De faculteit wiskunde wil mumie het komend jaar als pilot gaan gebruiken in het wiskunde onderwijs. Het gaat dan om het opfrissen van VWO-voorkennis, maar ook het oefenen van wiskunde opgaven in relatie tot het college. Het initiatief is gestart door de contacten die de docent zelf heeft met de universiteit van Berlijn.

Mathematica
In deze presentatie werd getoond hoe de student kan oefenen met het matrix-rekenen. Verrassend hierbij was dat de student niet zozeer hoeft te rekenen, maar wel de oplossingsstrategie moet aangeven. Kortom, welke volgorde van stappen moet worden aangehouden om een stelsel vergelijkingen op te lossen. Wanneer de student een keuze maakt uit een menu (bijv. ‘matrix vegen), rekent het programma deze stap door en geeft het antwoord, waarna de student de volgende stap moet selecteren. Het gaat bij deze oefening niet zozeer om het oefenen van de rekenvaardigheid, maar om het oefenen van de strategien om een stelsel vergelijkingen op te lossen. Wanneer een student vastloopt in de oplossing, kan hij een hint opvragen of een uitgewerkt voorbeeld. Zo kan iedereen zelf kiezen hoe hij de stof wil oefenen.

Mastering Physics
Mastering Physics is een online natuurkunde platform. Op dit platform wordt de theorie van het bijbehorende boek kort behandeld en kunnen studenten wederom online oefenen. Naast het theorieboek dient de student een jaarlicentie voor gebruik van de website aan te schaffen. Uit de aanwezige itembank selecteert de docent van het vak de oefensommen die voor het volgende college of practicum gemaakt dienen te worden. Bij het maken van de oefensommen kunnen de studenten hints vragen. Alle activiteiten, die de studenten binnen de toets ondernemen, worden gelogd in het systeem. De docent kan een rapportage opvragen van de oefensommen die zijn studenten hebben gemaakt. De docent gebruikt deze rapportage voornamelijk om te zien waar de problemen bij het oefenen lagen. Op deze manier kan hij de juiste accenten leggen in de behandeling van de lesstof. De docent gaf overigens aan dat het serieus oefenen met de sommen (en dus niet steeds een hint opvragen) wel degelijk leidde tot betere cijfers van zijn studenten. Overigens konden de studenten de toets maar 1 keer maken, dus herhaling van de sommen als oefening op het tentamen is niet zomaar mogelijk. De docent overweegt hierom een oefententamen beschikbaar te maken in het systeem. Overigens is het ook mogelijk om zelf vragen aan de itembank toe te voegen.

Podcast feedback
Om tijd te besparen in het feedback-proces van projectopdrachten bedacht grassrootdocent Stijn Oomes een manier om via een podcast zijn feedback te geven aan studenten. Waar dit voorheen schriftelijk werd gedaan (minimaal 30 minuten per opdracht), kost het nu ongeveer 10 minuten om de feedback te formuleren en op te nemen. Hierbij kan de docent al pratend aantekeningen maken in het opgeleverde document of de presentatie. Daarnaast kan de student de feedback op ieder gewenst moment naslaan. zie voor meer informatie en contactgegevens de grassrootpagina.

Weblecture
Ook hier kwam de presentatie van een grassroot-docent, Hans Tonino. Ondanks de weblecture an sich natuurlijk voor zichzelf spreekt, was het in dit kader toch jammer dat de docent zelf niet aanwezig was om zijn keuze en werkwijze toe te lichten. Persoonlijk vind ik de weblectures absoluut een krachtig leermiddel. Het is naar mijn idee leuker en effectiever om de uitwerking van opgaven op deze wijze te volgen, dan uit een boek. Binnen de grassroot-themagroep is nog meer ervaring opgedaan met het medium ‘online video’.

E-voting
Al eerder bezocht ik een demo over E-voting die ook door deze (grassroot) docent werd gegeven. De software Turning Point werkt als plugin op PowerPoint. Hierdoor is het zeer eenvoudig voor te bereiden. Je kunt zelfs het stemmen simuleren in de voorbereiding, zodat je in de rapportage grafieken rekening kunt houden met de lay-out.
Het gebruik van de stemkastjes werkt absoluut activerend in de collegezaal. Deze werkvorm wordt niet in ieder college toegepast, maar is een welkome afwisseling van het standaard college. Voor meer informatie en reflectie door de docent, verwijs ik naar de grassrootpagina over dit project.
Overigens: de stemkastjes en de ontvanger zijn te reserveren via ELS

Geinteresseerd in nog meer grassrootprojecten (TU breed). Kom dan naar het grassroot seminar op 29 januari.

OEB 2008: Digitaal toetsen

Ik had gehoopt tijdens deze conferentie om meer te weten te komen over digitaal toetsen in de wereld om ons heen. Helaas was er slechts 1 sessie over digitaal toetsen. Gelukkig niet oninteressant. De universiteit van Bremen heeft top-down het digitaal toetsen op haar verschillende faculteiten gepresenteerd. In de presentatie komen allerlei facetten van het digitaal toetsen aan bod. Zeker een presentatie waarnaar ik in mijn TU project ‘digitaal toetsen’ nog verder zal verwijzen. Ook de door hun gebruikte software was voor mij nieuw. Het triggerde mij, omdat de faculteit Process Engineering als 2e aansloot in het traject. Zou het dan toch mogelijk zijn om een online tool te vinden die de door ons zo vurig gewenste ‘geparametriseerde vraag’ aankan? of hebben zij zich toch beperkt tot multiple choice. Ik heb zojuist de site van Lplus bezocht, maar ik heb het daar nog niet gevonden.

Een andere presentatie tijdens de online testing-sessie, werd gepresenteerd door Andriessen en Partners. Een Nederlands bedrijf dat met eigen software online examens voor bedrijven faciliteert. Helaas waren zijn wat vaag over de software die zij hiervoor gebruiken. Wel is me beloofd dat een geparametriseerde vraag ben hen mogelijk is. Ik ga nog verder met hen praten. Ik ben erg benieuwd..

De laatste presentatie was door een bekende: Question Mark Perception. Leuke, low tech, interactieve sessie door de CEA van QMP, maar helaas met weinig nieuws voor mij.

OEB 2008: The Ne(x)t Generation

De pre conference tijdens het OEB 2008over ‘The google Generation in Higher Education’ werd gepresenteerd door de universiteit van Edinburgh. De sessie bleek zich vooral te richten op de computer literacy van eerstejaars studenten. Welke ervaringen hebben eerstejaars studenten met ICT in het onderwijs en met welke verwachtingen komen zij op de universiteit (LEaD-project, Learning Experiences across Disciplines).

Uit hun onderzoek kwam naar voren dat studenten zich over het algemeen vertrouwd voelen met computers. Zij vinden het internet handig. Ze verwachten dan ook dat op de universiteit veel gebruikt maakt van ICT. Dit punt kwam ook naar voren bij de sessie "Getting ready for Generation Y’. Daar werd eenzelfde uitspraak gedaan, maar dan naar aanleiding van de discussie waarom het zo lastig is om een goede respons te krijgen onder studenten als het gaat over ICT in het onderwijs. Juist omdat zij het niet als iets bijzonders zien. Daarbij kan je je ook afvragen of de studenten zich wel een voorstelling kunnen maken van een toepassing van hun in prive-tijd gebruikte technologie in het onderwijs. Deze conclusie trekken de Edinburghse onderzoekers nl ook.

Een andere conclusie uit het LEaD-onderzoek was dat er nog steeds studenten zijn die helemaal niets met ICT hebben. In de discussie tijdens de sessie ‘What’s going on in school’ werd dat door een paar mensen (waaronder de chair van de sessie in haar rol als teacher) juist aangegrepen om vraagtekens te zetten of ICT nu wel noodzakelijk is. Als argument werden uitspraken van hun eigen kinderen: ‘Doe het toch gewoon ‘old fashioned’ we zitten echt niet te wachten op het continue gebruik van technologie. Het kost je te veel tijd’. Wat mij betreft toch voor een groot deel een kip en ei discussie: docenten zijn niet opgegroeid met de technologie en zijn minder vertrouwd met de technologie dan hun eigen studenten. Als dit leidt tot ‘gestuntel’ irriteert dit studenten en leidt dit tot de opmerking ‘pak dat krijtje maar weer op’. Door de nieuwe technologie niet in te zetten in het onderwijs, blijven studenten onbekend met de mogelijkheden die de huidige technologie in het onderwijs kan bieden. Gelukkig zijn er altijd nog docenten die wel durven te experimenteren, zoals onze eigen grassroot docenten. Wanneer ICT op een effectieve en efficiente manier wordt ingezet, zien studenten wel degelijk de mogelijkheden.

In de discussie tijdens de preconference kwam bovendien naar voren dat juist naar voren dat het support (echte hands-on ondersteuning in de onderwijszaal) bij het gebruik van technologie in het onderwijs, vaak onderschat wordt. Helaas komt het nog te vaak voor dat de technologie op het moment supreme faalt. Dit komt de implementatie van technologie in het onderwijs niet ten goede.

 

Online Educa 2008 by Meta

Hoewel bijna een week na dato, wil ik toch ook mijn ervaringen van Educa Online delen via mijn weblog. Voor een aantal van de sessies waar ik naar toe geweest ben, wilde ik namelijk ook de paper en de sheets nog nader bekijken en voorzien van commentaar.

Een van de belangrijkste thema’s van deze Online Educa was ‘the Ne(x)t Generation’, zoals mijn collega Gerwin Pols al heeft aangegeven. Er waren maar liefst 8 sessies in deze categorie (met gemiddeld 3 presentaties per sessie). Dit aantal is alleen overtroffen door het aantal sessies binnen het thema ‘Managing and Organising E-learning Systems’. Dit was ook duidelijk te zien op de informatiemarkt: veel aanbieders van E-learning systemen. Dat de leuke tools ontbraken, was ook terug te zien in de zeer magere themagroep ‘Future Tools and Technologies’ (2 sessies: E-books en Innovative Learning Design).

Voor mij lag de focus op  online testing en praktijkvoorbeelden van tools voor het ‘leren van the Ne(x)t Generation’, waaronder mobiel leren. Als inleiding op deze onderwerpen op OEB bezocht ik de pre-conference: The Google Generation in Higher Education: Entrant Students and Learning Technologies’.

De overall indruk van de lezingen is dat er vooral nog veel discussie is over de Ne(x)t Generation en hoe deze er uit ziet. Wat voorbeelden betreft zijn het vooral op zichzelf staande (overigens vaak wel leuke en interessante) cases en is van een integrale aanpak nog niet echt sprake. In de sessie over ‘New Concepts in University Teaching’ was vooral de case van de universiteit van Kopenhagen interessant. De discussies over de universiteit van de toekomst (sessie: ‘Creating Universities of the Future) waren zeker interessant, maar nog weinig concreet.

In een aantal posts, zal ik verschillende delen van de conferentie bespreken en mijn ‘lessons learned’ weergeven.

Surf OWD 2008: Mobiel leren

Menno Schmidts, projectleider van het surfnet/ kennisnet innovatieprogramma: Mobiel leren had een leuke presentatie over verschillende pilots die in dit kader lopen. Hij startte met een enquete via de mobiele telefoon. Zeer tot zijn verrassing bleek de helft van de aanwezigen bleek te beschikken over een smart phone of PDA met een onbeperkt data abonnement. Bij eerdere presentaties bleek dit percentage een stuk lager te liggen. Menno had een enquete (met 3 vragen) aangemaakt via surveymonkey.com.

Helaas was er maar tijd om 2 van de 4 voorbeelden te bekijken. De eerste pilot ging over het leren van woordjes via www.wrts.nl waarvan nu ook een mobiele versie met minder functionaliteit is ontwikkeld: www.m.wtrs.nl Hierdoor hebben de leerlingen te allen tijde hun woordenlijsten bij zich om overal en altijd te kunnen oefenen. Onderzoek naar aanleiding van deze pilot richt zich vooral op de vraag of de leerlingen dit dan ook inderdaad doen (en nog niet op het feit of ze dan betere cijfers halen).
Het tweede voorbeeld ging over frequentie 1550. Jammer, want dit is al een ‘oud’ voorbeeld, waardoor het voor mij geen nieuwswaarde had. Daarnaast was dit geen pilot uit het innovatieprogramma.

Het was opvallend dat veel aanvragen voor deelname aan dit innovatieprogramma uit het VO kwamen en niet uit het HO. Blijkbaar speelt het meer in het VO dan het HO.
Belangrijke drempels in het mobiel leren: beschikbaarheid van de apparatuur en het netwerk, authenticatie van de deelnemers en veiligheid van data. Op onderwijskundig gebied leeft de vraag of het wel effectief en efficient is, maar ook over de mediawijsheid van deelnemers.

Na afloop kregen we nog het boekje ‘de wereld als leeromgeving’ waar nog een aantal pilotprojecten staan beschreven. Dit moet ik nog lezen..

Update Aug 2023: WRTS heet inmiddels StudyGo. Website: https://studygo.com/nl/ 

OWD 2008: Onderwijs Ontwerpen voor de net generatie

Willem Jan Renger had een interessant verhaal over het ontwerpen van onderwijs voor de net generatie. Aardige terminologie om de net generatie te duiden: Lean back media (zitten en kijken) vs de lean forward media (als je zelf geen actie onderneemt gebeurt er niets). Het gaat om een nieuwe geletterdheid. Leerlingen zijn vooral autodidact ten aanzien van hun online skills. Leerlingen vertrouwen op de informatie die ze online (of via games) vergaren en toetsen dit onvoldoende aan de werkelijkheid. Dit is vooral wat ze moeten leren.

Willem Jan pleit vooral voor het ontwerp van onderwijs vanuit de gaming mindset van jongeren. Dit houdt niet in dat er altijd fancy games moeten worden ontwikkeld, want dat kost veel tijd. Hij presenteerde het model voor het ontwerpen van games. De kern is de regelset, waarin voorspeld wordt hoe de leerling zich in de game gaat gedragen. Vervolgens komt de declaratieve laag, waarin de vormgeving van het spel wordt gedefinieerd. De buitenste laag is de sociale laag: met wie speel je het spel.

Het meest belangrijk is de regelset. Het spel moet uitdagen om de onderliggende regelset te ontdekken. Dit moet niet te transparant zijn, want dan is het spel saai. Wanneer de regels te onvoorspelbaar zijn, wordt het spel geklassificeerd als ‘niet goed gedfinieerd’. De declaratieve laag moet dusdanig worden ontworpen dat het de regelset voldoende ‘verstopt’.

© 2011 TU Delft