Posted in 2007
TU in Second Life
Igor Mayer van TBM geeft in een nieuwsbericht op de edu-site aan dat de aanwezigheid van de TU in Second Life een experimenteel karakter heeft. De TU heeft twee eilanden gekocht, waarvan één een drijvende stad wordt.
Lees meer in het artikel op de edusite
GPS in onderwijs
Tijdens het Innovatium 2007 presenteerde Roel Martens van Fontys Hogescholen onder andere een stuk over het gebruik van GPS. Met behulp van gratis software had hij een veldopdracht opgezet, waarbij de studenten per PDA en GPS werden geleid.
Op een kaartje (gemaakt uit Google Earth) had hij hotspots gedefinieerd en zodra de studenten zich op de opgegeven route fysiek bij de hotspot kwamen, kregen zij de benodigde informatie over de plek en een opdracht via hun pda.
Roel is bezig een handleiding te schrijven hoe de verschillende gebruikte pakketten te gebruiken om een dergelijke opdracht samen te kunnen stellen. Hij gebruikt Mobile bristol, Google Earth (handleiding gaat erover hoe je coordinaten aan de kaart toevoegt).
Interessant gaming platform in ontwikkeling
Waag society (Henk van Zeijts) presenteerde op het Innovatium in Amsterdam de workshop 'Games Atelier. Creation & Location based playful learning'.
Na het succes van hun game 'Frequentie 1550', een educatief spel over Amsterdam in de middeleeuwen, is Waag society is verder gegaan met de ontwikkeling van games gebaseerd op mobiele technologie. Momenteel werken ze aan de ontwikkeling van een platform: Mobilo. Dit platform kan fysieke locaties koppelen aan een virtuele wereld. Je moet je dit voorstellen als een kaart van bijvoorbeeld Amsterdam, waar je op specifieke lokaties opdrachten kan definiëren. Door de spelers met een GPS en mobiele telefoon in het gebied te laten rondlopen, komen ze vanzelf onderweg langs allerlei opdrachten.
Waag Society werkt momenteel aan een 'vlaggenschip' waarmee het platform kan worden gepromoot. Naar verwachting zal Mobilo over een half jaar gratis ter beschikking komen voor iedereen. Er zullen workshops worden georganiseerd en lesmateriaal zal ook vrij beschikbaar zijn (al zal dit niet altijd direct uitwisselbaar zijn, vanwege de mogelijke locatiespecifieke context).
Het platform geeft docenten de mogelijkheid om een educatieve game te ontwikkelen voor hun leerlingen (of studenten), maar is duidelijk ook bedoeld voor studenten om zelf een game te ontwikkelen en die te laten spelen door hun medestudenten of leerlingen. Vooral de aanwezigen die op PABO's werken waren zeer geïnteresseerd in deze laatste optie.
Bij dit project zijn het ILO (UvA) en het IVLOS (UU) betrokken. Zij willen onderzoeken wat de effecten zijn op het leerproces van de leerlingen en studenten. (Leren ze beter, sneller, andere zaken, etc.)
Er komen 2 versies:
- Mobile Learning KIt. Voor docenten en evt om studenten zelf een game te laten maken die locatie gebonden is.
- Games Atelier is eenzelfde pakket maar dan voor het VO.
Naast toegang tot het spel is het ook mogelijk om iedere speler zijn eigen homepage te geven. Door terug te kijken op het spel, vindt reflectie plaats. Deze omgeving komt vrij beschikbaar voor iedereen
Er komt een implementatie pakket met lesmateraal en training voor docenten. Het vlaggeschip wordt Frequentie NU. in de toekomst: mobile math en de bosatlas.
in 2008 landelijke opschaling. In 2007 nog alleen ontwikkeling in Amsterdam. Wellicht interessant voor het project 'Duurzame wijk'van Drechtsteden1. Maar ook vanuit de Faculteit Bouwkunde kan ik me interesse voorstellen.
Voor de hardware is nog geen definitieve oplossing voor. Er wordt gedacht aan een verhuur/meeleveren met lesmateriaal kit. Materiaal is vrij beschikbaar. Mobieltjes kunnen door school worden aangeschaft enbij meerdere spellen gebruikt.
Taalvaardigheid op de TU
Het is wederom volop in het nieuws: de basisvaardigheden van de hedendaagse scholier zijn onder de maat. Ook Delta.02 van gisteren heeft een artikel op pagina 3: ‘Niveau Nederlands TU-studenten gedaald’.
De vraag is of er dan een taaltoets moet worden afgenomen, zoals de Erasmus Universiteit wil doen. Dat is natuurlijk een optie, maar daar kan het niet bij blijven. Als je toetst moet je, bij onvoldoende resultaat, natuurlijk ook een bijspijker mogelijkheid aanbieden. Vaak resulteert dit dan in saaie cursussen met invulopdrachten of schrijfopdrachten over onderwerpen die de cursist maar matig boeien..
Tijdens het WO-sprint seminar van afgelopen woensdag, kwam Lisa Prince, docente psychologie aan de Georgia State University, met een aardige oplossing. Laat de schriftelijke opdrachten die studenten maken beoordelen door taalspecialisten. Dit is een vorm van learning by doing je hebt meteen een toetsmoment. De student krijgt feedback op verschillende taalvaardigheden: spelling, grammatica en stijl. Uiteindelijk gaat het erom, zoals in Delta wordt gesteld, dat studenten hun ideeen helder en precies over het voetlicht kunnen brengen.
De vraag is nog. Wie gaan we als taalspecialisten inschakelen. Nu heeft de TU Delft een goede band met Leiden, dus wellicht kunnen we daar studenten Nederlands onze rapporten laten beoordelen. Wij kunnen ze als wederdienst vast wel helpen met hun rekenvaardigheden. Want, voor wat hoort wat, toch?
ICT middelen in het onderwijs
- Door het opnemen en online publiceren van lectures, wordt de inhoud tijdsonafhankelijk beschikbaar voor de student. De student kan te allen tijde de lectures opnieuw bekijken of een lecture dat hij of zij gemist heeft alsnog volgen.
- Door kernthema’s in aparte onderdelen te publiceren, kan de student eenvoudig specifieke lesstof herhalen.
- Door tijdens lectures voting software te gebruiken (waarbij studenten via hun eigen laptop kunnen stemmen). Kan de docent checken of de stof is begrepen of voorkennis checken.
- Gebruik van een tablet ‘Smart’ board maakt het bijvoorbeeld mogelijk om naar aanleiding van vragen tijdens de lecture de voorbereide presentatie aan te passen en te voorzien van kernwoorden. Deze aanpassingen worden opgeslagen en zijn direct beschikbaar voor de studenten.
- In een studio-classroom[1] setting wordt theorie afgewisseld met (groeps)opdrachten die al dan niet worden uitgevoerd met behulp van een computer. De inzet van laptops bij deze werkvorm kan ertoe leiden dat meer onderwijsruimten beschikbaar komen voor deze werkvorm.
- De studio-classroom kan ook virtueel worden ingezet. Dit houdt in dat begeleider(s) en studenten niet fysiek in één ruimte hoeven te zitten. Middels communicatie via digitale middelen (Skype/ chat) kunnen vragen worden gesteld aan de begeleiders. De theoretische component kan middels Blackboard gedistribueerd worden (bijv. in vodcasts of collegerama-achtige setting)
- Voor projecten kunnen studenten gebruik maken van digitale workspaces (kan binnen Blackboard). In deze workspaces zit een forum, opslagmogelijkheid van documenten, multimedia en communicatie (chat oid). Docenten en begeleiders hebben toegang tot de workspaces en kunnen op deze manier de voortgang van de groepen monitoren.
- Afhankelijk van de aard van de opdracht kunnen weblogs en wiki’s interessant zijn.
- Begeleiding bij projecten kan ook worden gedaan middels het modereren van een forum online (bijvoorbeeld het scholierenlab)
- Door de inzet van social networking software (bijv. Hyves) kunnen experts benaderd worden om specifieke vragen beantwoord te krijgen. Voorwaarde is dat experts een profiel aanmaken in de betreffende omgeving.
- Door de inzet van digitale toetssystemen, zoals Maple TA en Etude, kunnen studenten oefenen met de opgaven en zich via deze weg zelfstandig voorbereiden op tentamens.[2]