Disclaimer

De meningen ge-uit door medewerkers en studenten van de TU Delft en de commentaren die zijn gegeven reflecteren niet perse de mening(en) van de TU Delft. De TU Delft is dan ook niet verantwoordelijk voor de inhoud van hetgeen op de TU Delft weblogs zichtbaar is. Wel vindt de TU Delft het belangrijk - en ook waarde toevoegend - dat medewerkers en studenten op deze, door de TU Delft gefaciliteerde, omgeving hun mening kunnen geven.

Posted in 2009

CWIS-NL Mobiel leren: Mobiele Marketing

De tweede spreker tijdens CWIS-Mobiel, Joost Ligtvoet, is oprichter van Biggerworks. Joost presenteert een aantal ontwikkelingen die op korte of langere termijn meer zichtbaar zullen worden in het dagelijks leven.

Wat hem betreft is de i-phone een belangrijke booster achter vele van deze ontwikkelingen. De kracht van de i-phone zit er in dat het 1 type telefoon is met 1 platform, hierdoor is het goedkoper om voor te ontwikkelen. Het nadeel is echter dat Apple alle apps voor de i-phone moet goedkeuren en daar zit ‘m de kneep.. Er zijn nog vele apps beschikbaar, maar helaas niet goedgekeurd (waaronder het bekende verhaal van de advertentie van Centraal Beheer).
Joost geeft een schets van de volgende ontwikkelingen:

Augmented reality

Bij augmented reality wordt de echte wereld geintegreerd met de informatie over de fysieke locatie. Een voorbeeld hiervan is de wegwijzer. De Googlephone, die onlangs is geintroduceerd, heeft bijvoorbeeld de ING geldautomaat locator. Deze locator gebruikt camera, GPS en kompas. De  GPS bepaalt de exacte plek waar je bent. Het kompas ziet in welke richting je kijkt met de camera.

Barcode reader

Met een applicatie die je op je telefoon kunt downloaden, kan je van je camera een barcode reader maken. Er zijn verschillende systemen, waaronder de shot code en de QR code. Een belangrijk doel van het scannen van deze barcodes is om van offline op een simpele wijze online te gaan. Achter een barcode zit bijvoorbeeld een URL van een (mobiele) website met meer informatie of een aanmeldingsformulier. Nadeel is dat je een reader op je telefoon moet downloaden.

Naast advertentie doeleinden, is er ook een webapplicatie die de algemeen bekende barcode (streepjescodes die op alle producten staan) kan scannen en meteen aangeeft waar het product nog meer te koop is (ook online) en aangeeft waar dit product het goedkoopst is.

Mobile payment

Banken zijn op dit moment hard bezig om mobiel betalen te ontwikkelen. Bedoeld voor het betalen van parkeergelden en betaling van kleine bedragen.

Location based services

Google latitude is hiervan een voorbeeld. Je kunt dan via Google laten zien waar je je (globaal) bevindt.  Dit werkt niet met GPS, maar, minder nauwkeurig, door plaatsbepaling via de GSM masten. Dergelijke toepassingen zijn natuurlijk erg privacy gevoelig. Daarom op dit moment alleen nog voor ‘fun’ bedoeld. Je bepaalt zelf of je hieraan mee wilt doen.

Adfunded services

Dit zijn diensten die gratis worden aangeboden in ruil voor advertenties. Ee voorbeeld hiervan is BLYK (nog niet in NL actief): gratis bellen en sms-en in ruil voor advertenties. Je dient wel actief te reageren op de advertenties (in ieder geval de aanbieding serieus te overwegen) om gebruik te mogen blijven maken van deze dienst. BLYK richt zich daarbij op de doelgroep 15 -35 jarigen. Ben je te oud, dan wordt je niet eens toegelaten (leeftijds discriminatie?)

Bluetooth

Een technologie die al veel langer bekend is en ook volop wordt toegepast is bluetooth. Joost geeft als voorbeeld een campagne die zij voor het filmfestival van Rotterdam hebben gedaan. Bezoekers konden via bluetooth speciaal voor mobieltjes ontwikkelde filmpjes bekijken.

Toen ik onlangs het omniversum bezocht kreeg ik ook een fimpje via bluetooth aangeboden met een trailer van de film over Van Goch. Toch erg grappig (zolang het niet te vaak gebeurt..

SMS9009

Dit is een flatfee sms service. Voor een vast bedrag kan de adverteerder advertenties versturen aan klanten sturen. Doordat de smsjes niet meer per stuk betaald hoeven worden, is dit voor adverteerders veel interessanter (je weet waar je , qua kosten, aan toe bent). Als voorbeeld werd de campagne tijdens de open dagen van de Koninklijke Marine genoemd. De deelnemers kregen vooraf een gepersonificeerde sms met een link naar een website met meer informatie , waaronder een routebeschrijving naar de exacte locatie, per openbaar vervoer. Na afloop kregen ze een sms met een link naar een enquete. (misschien een idee voor onze onderwijsenquetes??)

Ik vond het een interessant overzicht van de mogelijkheden al moet voor de vertaling naar het onderwijs nog even verder worden gedacht..

CWIS-NL Mobiel leren: persoonlijke ervaringen

Het bezoek aan CWIS-NL bleek voor mij een dag vol nieuwigheden te worden (voor alles is een eerste keer en vandaag een startpunt voor meerdere nieuwe dingen).

Het NS e-kaartje (sorry, ik mag het woord tikket niet gebruiken) 

Allereerst hoorde ik de avond van tevoren dat NS was gestart met de verkoop van treinkaartjes online. Omdat ik toch nog achter de laptop zat, wilde ik dat (net voor het slapengaan) even uitproberen. Op de startpagina stond een grote banner voor de e-tikkets, dus dat was snel gevonden. Overigens begreep ik uit een post van Pierre Gorissen, dat er geen directe link is vanuit het scherm waar je je reisschema bekijkt. Gemiste kans, ben ik met Pierre eens.
Betalen gaat per i-deal. Alleen jammer dat je vervolgens een kwartier op je bevestiging moet wachten, die je vervolgens ook nog moet uitprinten. (een beetje onhanteerbaar formaat voor in mijn portemonnaie, maar ‘gelukkig’ voorzien van vouwinstructie). Check vooral eerst of je printer goed werkt (bij mij bleek de toner op!!).
Ik ben waarachtig op de terugweg gecontroleerd, keurig mijn rijbewijs erbij gehouden. Waar de conducteur nu precies op gecontroleerd heeft is mij onduidelijk: de QR-code werd niet gescand en ik hoefde niet eens mijn A4 uit te vouwen, zodat zichtbaar werd voor welke route ik eigenlijk betaald had?!

Twitter while you watch

Sinds de start van mijn twitter-account (net voor de kerst) was ik nog niet naar een seminar geweest. Dus vandaag was mijn twitter-while-you-watch-debuut. Er werd netjes gecommuniceerd met welke hashtag (oeps, nieuw begrip..) getwitterd werd – #cwis09. Dus die meldde ik keurig in mijn twits. De twits van Moqub en mezelf kwamen mooi in mijn home twits, maar wie er verder nog twitterde? geen idee..Pa na 2 presentaties had ik door hoe ik ook de twits van de andere aanwezigen kon zien (gewoon een twit-search op de hashtag, AHUM).

Toen kwam het volgende probleem. Mijn eigen twits bleken niet in het search overzicht terecht te komen, hmmm. In de pauzes Moqub nog om raad gevraagd, maar we kwamen er niet uit. Na een akkefietje met mijn laptop-alarm (ik schopte per ongeluk mijn voeding uit mijn laptop, jee wat een herrie…) kon gbierens mijn twits ook eindelijk volgen (omdat hij eindelijk wist wie er voor hem zat te twitteren en een request to follow kon indienen). Pas de volgende ochtend ben ik achter de oplossing gekomen: mijn twits stonden nog op ‘private’. Helaas is dit niet met terugwerkende kracht te corrigeren. (mobiel) Leerpuntje dus..

Eduroam

Joepie, Eduroam werkte zonder problemen op de locatie van Surf. Kon dus nog even tussendoor wat mail doornemen. (was voor mij de eerste keer – in Twente kreeg ik geen contact laatst)

Mobiele enquete

Die hebben we eigenlijk gemist. Ter afsluitsing werd plenair om reacties gevraagd. Gemiste kans..

Mobiel msn

Helemaal geinspireerd door de presentaties van de dag, besloot ik in de trein terug te kijken of ik ook mobiel nog verder kon twitteren. Maar helaas gaf mijn Communicator aan dat ik een ‘forbidden’ action (oid) deed door in te loggen op twitter. Hmm jammer. Dan maar kijken of ik msn aan de praat krijg.
Gelukkig bleek collega Martijn op zijn vrije dag online, dus kon ik het goed testen. Volgens Martijn gingen de posts lekker vlot. Het is alleen een beetje gepriegel op een klein toetsenbord. Maar het was best gezellig om op deze manier Martijn mee te laten reizen van Utrecht naar Voorburg (met life verslag van de overstap in Gouda). En dat op een manier (in stilte) dat mijn mede reizigers niet mee hoefden te genieten van mijn gesprek en ongestoord door konden puzzelen.

Kortom een leuke en (mobiel) leerzame  dag!!

CWIS-NL: Mobiel Leren: Schrijven voor mobiele media

Gisteren naar de bijeenkomst van CWIS-NL geweest over Mobiel leren. CWIS-NL staat voor Campus Wide Information Systems in Nederland. Het onderwerp was blijkbaar erg actueel, want de grote vergaderzaal zat vol.

Ik zal per onderwerp een stukje bloggen.

De dag werd ‘afgetrapt’ door Toine Kamphuis. Hij schetste de voorwaarden voor het schrijven voor mobiele media. De teksten moeten snel te scannen zijn voor de bezoeker en moeten daarom voldoen aan de volgende voorwaarden:

  1. kort en bondig formuleren (nog korter dan voor websites). Beeld is ondergeschikt aan tekst.
  2. Maak gebruik van inversestructuur (eerst de conclusie, daarna de toelichting en nuance (de tekst moet oprolbaar zijn)
  3. Maak veel gebruik van witruimte en stijlinrichting, waardoor tekst snel te scannen is
  4. maak gebruik van metacommunicatie (na de ‘boodschap’ vertel iets over de status van het stuk of wat de lezer verder kan verwachten: in de trent van: ‘een 1e ooggetuige verslag van .. ieder kwartier een update..’.

Op dit moment is de mobiele eindgebruiker vooral geinteresseerd in het volgen van de actualiteit, social networking (hyves, linked in) location based pull-communicatie.

Belangrijke knelpunten op dit moment zijn:

  • Mobiele inhoud is nu nog teveel gebaseerd op zenderdoelen (push communicatie)
  • Te vaak wordt de tekst niet aangepast aan de bovengenoemde voorwaarden (webteksten worden integraal overgenomen). Aangezien de mobiele schermen zeer klein zijn, leidt dit tot veel scrollen. De bezoeker haakt dan snel af, omdat het te traag wordt.
  • Inhoudsdeskundigen zijn huiverig voor het gebruik van de inverse structuur, omdat in hun ogen de nuance dan snel verdwijnt. Men scant alleen ‘de koppen’.
  • De attentiespanne bij mobiele media ligt extreem laag (nl ong 5 seconden) daarom is de metacommunicatie zo belangrijk. Daarin leest de bezoeker wat hij kan verwachten als hij doorklikt op het artikel.
  • De techniek is nog erg bepalend voor de wijze waarop mobiele communicatie plaatsvindt. Vooral de schermgrootte (en de variatie in schermgrootten tussen de verschillende devices) maakt het erg lastig om een goede lay-out te kunnen creeren die op alle devices goed overkomt. 240×320, 128×128/160, 176×208/220 zijn veelgebruikte resoluties bij mobiele telefoons

Omdat de inrichting van mobiele media een kostbare zaak is, achtte Toine het niet haalbaar en noodzakelijk dat alle onderwijsinstellingen meteen over moeten gaan om hun sites mobiel aan te bieden. Op dit moment is dit vooral van belang voor actualiteiten en marketingdoeleinden. Kortom het moet een duidelijke meerwaarde hebben in de mediamix, anders kan je best nog ff wachten..

E-toetsing

In het kader van mijn project over digitaal toetsen (mbv QuestionMark Perception, QMP) werd ik door een docent van Lucht en Ruimtevaart en een collega onderwijskundige, getipt over PH Grade Assist. Dit is een ‘homework assessment System’ (toetssysteem inclusief itembank) over verschillende onderwerpen, zoals: Scheikunde, Natuurkunde , Engineering, wiskunde, statistiek en accounting. Bij aankoop van het textboek, krijgt de student een inlogcode voor het huiswerksysteem.

De itembank behorend bij het textboek bestaat uit multimediale vragen en het heeft vraagtypen waarnaar we op de TU juist op zoek zijn. De docent hoeft bij het opgeven van het huiswerk alleen maar een selectie te maken van de beschikbare vragen (gebundeld per hoofdstuk/onderwerp) en de settings (beschikbaarheid, max aantal pogingen, etc.) in te stellen. Op de ‘class homepage’ krijgen de studenten het huiswerk te zien, klikken op de link en kunnen de opgaven gaan maken. De docent krijgt een mooie rapportage van de vorderingen van zijn studenten.

Hoewel het mogelijk is om eigen vragen toe te voegen aan het systeem, lijkt dit niet de meest gebruikersvriendelijke functionaliteit. (tenminste zover ik kan beoordelen vanuit de handleiding).

Omdat dit systeem heel erg leek op hetgeen ik op de EWI-ICTO markt was tegengekomen. Heb ik mijn blogpost hierover nog even nagezocht. Het ging daar om Mastering Physics, een textbook en huiswerksysteem van Pearson. Nu blijkt dat Prentice Hall (de PH van PH Grade Assist) en Pearson aan elkaar gelieerd zijn. Ergo de toetsapplicatie is waarschijnlijk dezelfde. Het is alleen niet terug te vinden welke applicatie dit nu is. Mijn collega gaf aan dat de leverencier Brownstone zou zijn, maar googlen op deze term leverde in eerste instantie weinig op. Een link naar Wimba en naar Design Science (de ontwikkelaar van MathType en Brownstone Equation Editor). Echter bij het schrijven van deze blogpost (en het vinden van de juiste links) stuitte ik op een interessant nieuwsartikel van de Wimba website: Horizon Wimba acquires Brownstone Research Group.

Hierin staat vermeld dat Brownstone 2 producten verkoopt aan onderwijsinstellingen en 4 producten aan uitgevers:

Brownstone sells two products directly to education institutions:
· Diploma Campus: A desktop application that allows for question authoring to be delivered via course management systems (CMS). Diploma Campus is test-generation software that allows instructors to create tests, write and edit questions, and create study sessions for students. Tests can be printed in a wide range of formats or administered to students online via CMS.

· EDU Campus: A web-based software application for creating automatically-graded homework and tests. EDU Campus allows faculty to easily create questions and tests or to import content from their own question banks in order to deliver online assignments of all sorts (homework, online exams, tutorials and practice, etc.).

Brownstone sells four other products directly to publishers:
· Diploma: A desktop, test-generation software. Instructors can create tests, write and edit questions, and create study sessions for students. Tests can be printed in a wide range of formats or administered to students online.

· EDU: A web-based online homework management center. Typically privately labeled by publishers, EDU eases the development, publishing, and delivery of self-scoring, highly-configurable, low- and high-stakes assignments. EDU puts more value in end-of-chapter problem sets, thereby enhancing academic productivity.

· TheTestingCenter: A secure, online testing environment used with Diploma, allows students to take graded exams anytime, anywhere.

· Tutor: Enables students to create practice exams on their own. Tutor even gives students feedback to why they answered questions incorrectly.

Dit nieuwbericht is uit april 2006. Als ik vervolgens bij het huidige productaanbod van Wimba kijk, vind ik alleen Diploma nog terug. Wanneer ik vervolgens in een handleiding van deze applicatie kijk, vind ik nu net niet de vraagtypen terug die PH Grade Assist zo mooi toont. Toch nog verder graven hoe dit zit….

Traditioneel beoordelen remt onderwijsvernieuwing?

In ‘het onderwijsblad’, dat ik heb meegenomen van de NOT 2009, las ik dat zowel Slash 21 als Discoveri, belangrijke innovatieve scholen in het voortgezet onderwijs, voortijdig zijn gestopt. Als belangrijkste reden geven zij aan dat zij nog te veel werden ‘afgerekend’ langs de traditionele meetlat. Er mocht ‘geexperimenteerd’ worden, maar dan wel binnen de vaste kaders. Nu heb ik tijdens mijn studie Opleidingskunde geleerd dat het veranderen van 1 aspect (bijvoorbeeld inhoud) vaak niet leidt tot succes. Ook zaken als de wijze van organiseren en beoordelen dient te worden aangepast (een integrale aanpak).  

De blogpost van Wilfred Rubens van vandaag met de titel ‘Alleen veelomvattende onderwijsveranderingen hebben succes’ onderschrijft deze mening.

Slash 21 is opgegaan in haar ‘moederschool’ Marianum, waarbij een poging is gedaan om zoveel mogelijk van de goede dingen uit Slash 21 te integreren in Marianum. Daarnaast worden practices gedeeld in het ‘platform Eigentijds Onderwijs’. Het lijkt erop dat niet de weg van de revolutie, maar de weg van de evolutie geldt binnen het onderwijs. Then again, wie is daar nu nog verbaasd over.

© 2011 TU Delft