Disclaimer

De meningen ge-uit door medewerkers en studenten van de TU Delft en de commentaren die zijn gegeven reflecteren niet perse de mening(en) van de TU Delft. De TU Delft is dan ook niet verantwoordelijk voor de inhoud van hetgeen op de TU Delft weblogs zichtbaar is. Wel vindt de TU Delft het belangrijk - en ook waarde toevoegend - dat medewerkers en studenten op deze, door de TU Delft gefaciliteerde, omgeving hun mening kunnen geven.

Posts in category Meta Keijzer-de Ruijter

Aantekeningen maken in een pdf-bestand op een tablet pc

Zojuist vond ik een post van Pierre Gorissen met een filmpje over het maken van aantekeningen in een pdf document op een tablet pc. De software die hij gebruikt is niet gratis, maar volgens hem wel de moeite van de overweging waard. http://www.gorissen.info/Pierre/item/2008/9/5/aantekeningen-maken-op-een-pdf-bestand

Wiki over online video materiaal

Het Triple-L project heeft als afsluiting een webpagina opgezet waarin veel informatie is terug te vinden over de pilot, didactiek van video en scenario's voor inbedding in het onderwijs. Wanneer je meer wilt dan integraal een college online publiceren is een bezoekje zeker de moeite waard:

http://www.i2o.uva.nl/triple-l/

E-learning voor teaching staff

Vandaag samen met mijn collega een eerste opzet gemaakt voor een E-learning info middag voor docenten. Aanleiding is een professionaliseringstraject voor ontwikkelaars van het nieuwe bachelor curriculum op Lucht- en Ruimtevaart. Maar het is wel de bedoeling om de presentatie als standaard te kunnen hanteren voor presentaties op andere faculteiten.
Net als de Blackboard course van Willem van Valkenburg over 'Social Software', zal ook deze presentatie als course in Blackboard worden opgenomen (sterker nog: de course is al aangemaakt: nu de inhoud nog). Een ander belangrijk uitgangspunt is dat vorm en inhoud bij elkaar moeten komen. Hierbij dachten wij aan: 

  • het gebruik van een Smartboard gedurende de middag,
  • een online vragenlijst ter voorbereiding op het programma,
  • een korte diagnostische toets aan begin en einde van de middag,
  • gebruik van voting/poll voor het prioriseren van de onderwerpen die tijdens de middag aan de orde zullen komen
  • vodcasts van ervaringen van andere docenten met ICTO

Kortom, waar mogelijk willen we de beschikbare tools in zetten om een beeld te geven van wat reeds beschikbaar is. De tools willen we niet puntsgewijs doornemen, maar vanuit de onderwijskundige vragen de tools aan de orde laten komen. De vragen die aan de orde zullen komen:

  • Hoe creer ik interactie met 200 studenten
  • Hoe stimuleer ik de zelfstudie van studenten
  • Hoe kan ik de studenten ondersteunen bij de voorbereiding op het tentamen
  • Hoe monitoor ik de voortgang van mijn studenten

De ideeen die we uitgewisseld hebben zijn inspirerend. Nu nog de uitwerking! Dit is te volgen via de course 'E-learning for teaching staff'.

TU in Second Life

Igor Mayer van TBM geeft in een nieuwsbericht op de edu-site aan dat de aanwezigheid van de TU in Second Life een experimenteel karakter heeft. De TU heeft twee eilanden gekocht, waarvan één een drijvende stad wordt.

Lees meer in het artikel op de edusite

GPS in onderwijs

Tijdens het Innovatium 2007 presenteerde Roel Martens van Fontys Hogescholen onder andere een stuk over het gebruik van GPS. Met behulp van gratis software had hij een veldopdracht opgezet, waarbij de studenten per PDA en GPS werden geleid.

Op een kaartje (gemaakt uit Google Earth)  had hij hotspots gedefinieerd en zodra de studenten zich op de opgegeven route fysiek bij de hotspot kwamen, kregen zij de benodigde informatie over de plek en een opdracht via hun pda.

Roel is bezig een handleiding te schrijven hoe de verschillende gebruikte pakketten te gebruiken om een dergelijke opdracht samen te kunnen stellen. Hij gebruikt Mobile bristol, Google Earth (handleiding gaat erover hoe je coordinaten aan de kaart toevoegt).

Interessant gaming platform in ontwikkeling

Waag society (Henk van Zeijts) presenteerde op het Innovatium in Amsterdam de workshop 'Games Atelier. Creation & Location based playful learning'.

Na het succes van hun game 'Frequentie 1550', een educatief spel over Amsterdam in de middeleeuwen, is Waag society is verder gegaan met de ontwikkeling van games gebaseerd op mobiele technologie. Momenteel werken ze aan de ontwikkeling van een platform: Mobilo. Dit platform kan fysieke locaties  koppelen aan een virtuele wereld. Je moet je dit voorstellen als een kaart van bijvoorbeeld Amsterdam, waar je op specifieke lokaties opdrachten kan definiëren. Door de spelers met een GPS en mobiele telefoon in het gebied te laten rondlopen, komen ze vanzelf onderweg langs allerlei opdrachten.

Waag Society werkt momenteel aan een 'vlaggenschip' waarmee het platform kan worden gepromoot. Naar verwachting zal Mobilo over een half jaar gratis ter beschikking komen voor iedereen. Er zullen workshops worden georganiseerd en lesmateriaal zal ook vrij beschikbaar zijn (al zal dit niet altijd direct uitwisselbaar zijn, vanwege de mogelijke locatiespecifieke context).

 Het platform geeft docenten de mogelijkheid om een educatieve game te ontwikkelen voor hun leerlingen (of studenten), maar is duidelijk ook bedoeld voor studenten om zelf een game te ontwikkelen en die te laten spelen door hun medestudenten of leerlingen. Vooral de aanwezigen die op PABO's werken waren zeer geïnteresseerd in deze laatste optie.

Bij dit project zijn het ILO (UvA) en het IVLOS (UU) betrokken. Zij willen onderzoeken wat de effecten zijn op het leerproces van de leerlingen en studenten. (Leren ze beter, sneller, andere zaken, etc.)

Er komen 2 versies:

  1. Mobile Learning KIt. Voor docenten en evt om studenten zelf een game te laten maken die locatie gebonden is.
  2. Games Atelier is eenzelfde pakket maar dan voor het VO.  

Naast toegang tot het spel is het ook mogelijk om iedere speler zijn eigen homepage te geven. Door terug te kijken op het spel, vindt reflectie plaats. Deze omgeving komt vrij beschikbaar voor iedereen

Er komt een implementatie pakket met lesmateraal en training voor docenten. Het vlaggeschip wordt Frequentie NU. in de toekomst: mobile math en de bosatlas.

in 2008 landelijke opschaling. In 2007 nog alleen ontwikkeling in Amsterdam. Wellicht interessant voor het project 'Duurzame wijk'van Drechtsteden1. Maar ook vanuit de Faculteit Bouwkunde kan ik me interesse voorstellen.

Voor de hardware is nog geen definitieve oplossing voor. Er wordt gedacht aan een verhuur/meeleveren met lesmateriaal kit. Materiaal is vrij beschikbaar. Mobieltjes kunnen door school worden aangeschaft enbij meerdere spellen gebruikt.

Taalvaardigheid op de TU

Het is wederom volop in het nieuws: de basisvaardigheden van de hedendaagse scholier zijn onder de maat. Ook Delta.02 van gisteren heeft een artikel op pagina 3: ‘Niveau Nederlands TU-studenten gedaald’.

De vraag is of er dan een taaltoets moet worden afgenomen, zoals de  Erasmus Universiteit wil doen. Dat is natuurlijk een optie, maar daar kan het niet bij blijven. Als je toetst moet je, bij onvoldoende resultaat, natuurlijk ook een bijspijker mogelijkheid aanbieden. Vaak resulteert dit dan in saaie cursussen met  invulopdrachten of schrijfopdrachten over onderwerpen die de cursist maar matig boeien..

Tijdens het WO-sprint seminar van afgelopen woensdag, kwam Lisa Prince, docente psychologie aan de Georgia State University, met een aardige oplossing. Laat de schriftelijke opdrachten die studenten maken beoordelen door taalspecialisten. Dit is een vorm van learning by doing je hebt meteen een toetsmoment. De student krijgt  feedback op verschillende taalvaardigheden: spelling, grammatica en stijl. Uiteindelijk gaat het erom, zoals in Delta wordt gesteld, dat studenten hun ideeen helder en precies over het voetlicht kunnen brengen.

De vraag is nog. Wie gaan we als taalspecialisten inschakelen. Nu heeft de TU Delft een goede band met Leiden, dus wellicht kunnen we daar studenten Nederlands onze rapporten laten beoordelen. Wij kunnen ze als wederdienst vast wel helpen met hun rekenvaardigheden. Want, voor wat hoort wat, toch?

ICT middelen in het onderwijs

Lectures:
  • Door het opnemen en online publiceren van lectures, wordt de inhoud tijdsonafhankelijk beschikbaar voor de student. De student kan te allen tijde de lectures opnieuw bekijken of een lecture dat hij of zij gemist heeft alsnog volgen.
  • Door kernthema’s in aparte onderdelen te publiceren, kan de student eenvoudig specifieke lesstof herhalen.
  • Door tijdens lectures voting software te gebruiken (waarbij studenten via hun eigen laptop kunnen stemmen). Kan de docent checken of de stof is begrepen of voorkennis checken.
  • Gebruik van een tablet ‘Smart’ board maakt het bijvoorbeeld mogelijk om naar aanleiding van vragen tijdens de lecture de voorbereide presentatie aan te passen en te voorzien van kernwoorden. Deze aanpassingen worden opgeslagen en zijn direct beschikbaar voor de studenten.
Tutorials:
  • In een studio-classroom[1] setting wordt theorie afgewisseld met (groeps)opdrachten die al dan niet worden uitgevoerd met behulp van een computer. De inzet van laptops bij deze werkvorm kan ertoe leiden dat meer onderwijsruimten beschikbaar komen voor deze werkvorm.
  • De studio-classroom kan ook virtueel worden ingezet. Dit houdt in dat begeleider(s) en studenten niet fysiek in één ruimte hoeven te zitten. Middels communicatie via digitale middelen (Skype/ chat) kunnen vragen worden gesteld aan de begeleiders. De theoretische component kan middels Blackboard gedistribueerd worden (bijv. in vodcasts of collegerama-achtige setting)
Projecten:
  • Voor projecten kunnen studenten gebruik maken van digitale workspaces (kan binnen Blackboard). In deze workspaces zit een forum, opslagmogelijkheid van documenten, multimedia en communicatie (chat oid). Docenten en begeleiders hebben toegang tot de workspaces en kunnen op deze manier de voortgang van de groepen monitoren.
  • Afhankelijk van de aard van de opdracht kunnen weblogs en wiki’s interessant zijn.
  • Begeleiding bij projecten kan ook worden gedaan middels het modereren van een forum online (bijvoorbeeld het scholierenlab)
  • Door de inzet van social networking software (bijv. Hyves) kunnen experts benaderd worden om specifieke vragen beantwoord te krijgen. Voorwaarde is dat experts een profiel aanmaken in de betreffende omgeving.
Assessments:
  • Door de inzet van digitale toetssystemen, zoals Maple TA en Etude, kunnen studenten oefenen met de opgaven en zich via deze weg zelfstandig voorbereiden op tentamens.[2]

[1] Zie voor een voorbeeld van deze onderwijsvorm het verslag van een OC Focus lunchseminar.
[2] Binnen 3mE wordt gewerkt aan een toetssysteem voor mechanica. (Van Woerkom)

Ze komen er aan….

Vanmorgen kreeg ik, via via, een opvallend bericht in mijn mailbox.  Het was een mail van een ouderejaars student aan de opleidingscoördinator:

‘De afgelopen weken hebben wij steeds meer last van 1e jaars met hun laptops die in de vleugels van WB zitten. De studenten draaien met hun laptops muziek op maximaal volume. Zou u hier iets aan kunnen doen? Wij ervaren dit als zeer storend. ‘..
‘Je kan er 10 keer wat van zeggen maar ze gaan rustig door…’

Hebben we hier te maken met de eerste tekenen van een generatiekloof? In 2001 kondigde Marc Prensky al de komst van de Digital Natives aan, die uitblinken in multi-tasking: ‘Digital Natives can learn succesfully while they are watching TV or listening to music..’

Zijn de Digital Natives inmiddels op de TU gearriveerd? En zijn we hier getuige van de kloof tussen de Digital Immigrants, die gewoon nog rust om zich heen nodig hebben om goed geconcentreerd hun studie te kunnen doen, en de Digital Natives, die met hun multi-tasking skills en laptop, zich ergeren aan de ‘ouderwetse’  leeromgeving op de TU.

Als dat zo is mogen we wel vaart maken met de inbedding van social software, pod- en vodcasts,  mobiel leren en gaming in ons onderwijs, anders lopen ze even hard weer weg… (says Prensky)

Persoonlijke leeromgeving

Binnen het onderwijskundig overleg van ICT hebben we gediscussieerd over de toegevoegde waarde van laptops voor studenten. Bottom line is dat een laptop hetzelfde kan als een desktop met wellicht de uitzondering van specifieke software die veel rekencapaciteit vraagt. De toegevoegde waarde zal dan ook in andere aspecten moeten worden gezocht, zoals:

  • De student heeft zijn eigen E-(leer)omgeving altijd bij de hand. Hoewel een student natuurlijk op de desktops op de faculteit in kan loggen met zijn persoonlijke account en zo toegang heeft tot de benodigde software, is het juist ook handig dat andere gewenste software ook beschikbaar is.
  • Betere benutting van onderwijsruimten op de faculteiten. Bestaande computerruimten komen beschikbaar voor meerdere vormen van onderwijs en andere zalen worden geschikt voor computergebruik.

Op het gebied van persoonlijke (leer)omgevingen zag ik op Online Educa een zeer aansprekend voorbeeld van de universiteit van Wageningen. Zij gaven daar een absoluut aansprekende presentatie van hun oplossing. Als uitgangspunt namen zij de verschillende vragen die studenten tijdens hun studie regelmatig stellen en op een zo eenvoudig mogelijke manier beantwoord zouden willen zien, zoals:

  • Wat  zijn mijn cijfers van afgelopen tentamens?
  • Wat is mijn studierooster?
  • Welke boeken heb ik geleend van de universiteitsbibliotheek en moeten die al terug?
  • Zijn er nog mededelingen van de vakken die ik volg?
  • Welke zaken moet ik voorbereiden voor de vakken die ik volg?

 In een eerste slide lieten ze de verschillende vragen zien. De antwoorden waren steeds afkomstig uit een ander systeem en steeds opnieuw moest er ingelogd worden (vaak met verschillende accounts). Natuurlijk bleek de oplossing een single sign-on en dan wel in een Sharepoint Portal. In Sharepoint waren de verschillende universiteitssystemen opnomen als webpart, waardoor de student alle systemen in 1 persoonlijke pagina bijeen had. De laatst getentamineerde vakken waren direct zichtbaar in de portalpagina, evenals de geleende boeken, ingeschreven vakken, etc.

Met recht kan dit de persoonlijke leeromgeving van de student genoemd worden..

De presentatie werd gegeven door Michael Hegeman, hoofd ICTO van Wageningen Universiteit.

© 2011 TU Delft